Denemarken kent een statiegeldsysteem voor plastic flesjes
en blikjes. Onderverdeeld in drie soorten statiegeld: A, B en c. A levert 1
kroon op (13 eurocent), B levert anderhalve kroon op (20 eurocent) en c levert
maar liefst drie kronen op (40 eurocent).
Nu wil het geval dat Denen erg slechte inleveraars zijn.
Overal zwerven lege blikjes en flessen rond die zijn leeggedronken en waarvan
de eigenaar het statiegeld niet de moeite waard vond om het blikje of flesje
mee te nemen om weer in te leveren. En dat heeft er toe geleid dat het oprapen
en verzamelen van lege blikjes en flessen hier een hele eigen bron van
inkomsten is geworden.
Op zomerse dagen worden parken afgestruind door sjofele
mensen met grote plastic zakken die achtergelaten blikjes oprapen. Of ze hangen
als aasgieren rond groepjes drinkende mensen, wachtend tot de blikjes worden
weggelegd. Dit laatste leidt dan wel weer tot irritatie der drinkers. Prima dat
hun blikjes worden opgeruimd, maar hou wel netjes afstand.
Het gilde der blikjesrapers is niet alleen op de mooie
dagen actief. Elke dag, weer of geen weer, zie je mensen in vuilnisbakken
grabbelen op zoek naar statiegeld. Een of twee plastic tassen met zich mee
dragend om hun verdiensten in te verzamelen. Hier is het geen ongewoon gezicht
om iemand bij een flessenautomaat in de supermarkt te zien met een
winkelwagentje gevuld met zakken vol blikjes. Om dan een half uur lang alles in
de automaat te gooien.
De mensen die blikjes rapen of uit vuilnisbakken vissen zijn
zeer divers. Een aantal herken ik onderhand omdat ze een vaste route hebben.
Oudere mannen, zwervers, van alles. Maar ook veel buitenlanders die op deze
manier hun (vermoedelijk) schamele inkomen op deze manier aanvullen. En juist
dat laatste bevalt Dansk Folkeparti dus helemaal niet. Buitenlanders die
blikjes rapen om er harde contanten voor te krijgen, dat kan natuurlijk niet.
Dus zijn er nu voorstellen ingediend dat statiegeld niet meer contant
uitgekeerd mag worden. Of dat het alleen via mobilepay overgemaakt kan worden.
En ik geef toe. Ik ben ook voor de verleiding gezwicht.
Want hoe je het ook wendt of keert, ik ben een zuinige Hollander en het is
gewoon gratis geld… Toen ik de avond van het carnaval naar mijn werk liep,
struinend door bergen lege blikjes en flessen, bedacht ik me dat ik eigenlijk
een vuilniszak had moeten meenemen. Daar lag voor een aardige grijpstuiver aan
statiegeld. De ochtend na carnaval toen ik naar huis liep, zag ik een
zigeunerin met twee winkelwagentjes vol blikjes en flessen. “Goed bezig, dat is
een aardig centje dat ze verzameld heeft. En de stad wordt er iets opgeruimder
van, dus het mes snijdt aan twee kanten…” dacht ik toen ik haar zag scharrelen.
Vandaag heb ik mijn gene overboord gegooid en mijn
eerste gratis geld mee naar huis genomen. Iets dat ik goed kan gebruiken. Niet
omdat ik nou geld te kort kom. Maar omdat ik een spaarmuis heb. Anderhalf jaar
geleden heeft Yelena op het kinderdagverblijf een spaarmuis van papier mache
voor me gemaakt. En ik heb met de kinderen afgesproken dat we daar al het losse
muntgeld in zouden doen tot de muis vol is. Om daarna iets leuks met dat geld
te doen. Alleen…. Vrijwel al het geldverkeer gaat hier elektronisch. Dus ik heb
zelden munten om in de spaarmuis te doen. Na anderhalf jaar is de muis nog maar voor een
derde gevuld.
Statiegeld is een manier om aan muntgeld te komen, dus bij
tijd en wijle sta ik rekenend voor mijn lege flessen en blikjes om te bekijken
hoe ik zoveel mogelijk munten krijg door het combineren van A, B en c
statiegeld. Nu ik mijn eerste blikje van de straat heb meegenomen, komt de
spaarmuis misschien iets eerder vol. Het doel heiligt de middelen….