zondag 25 september 2016

Groenland



In mijn functie als portør heb ik regelmatig te maken met Groenlanders. Niet zo vreemd, het zijn immers “rijksgenoten”, maar daarnaast kent Aalborg procentueel het hoogste aantal Groenlandse inwoners in vergelijking met de andere Deense grote steden. De grootste kans om, aan alle Deense vooroordelen voldoende Groenlanders te vinden, is op het stationsplein. Daar zit een groep van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat te drinken.

Denen hebben een negatief beeld van Groenlanders, er leven opvallend veel vooroordelen en ze lijken een beetje gegeneerd als het om Groenlanders gaat. Dat Denemarken zelf een niet onbelangrijke rol (schreef hij met veel gevoel voor understatement) heeft gespeeld in het huidige welzijn van de Groenlanders…. Daarvan kijkt men liever weg.

Eerst maar eens een stukje geschiedenis. De eerste Europeanen die Groenland ontdekten waren Noren. Een groep van veertien schepen onder leiding van Erik de Rode bereikte Groenland in 986 en stichtte daar een eerste nederzetting. Zij waren afkomstig van het door Noorwegen overheerste IJsland en hun plan was een eigen, onafhankelijke nederzetting te stichten. Uiteindelijk kwam Groenland in de 13e eeuw toch onder Noors bestuur te staan. In de 15e eeuw verdwenen alle nederzettingen op Groenland, vermoedelijk als gevolg van een kleine ijstijd.

Na korte tijd geclaimd te zijn door Portugal, kwam Groenland in de 17e eeuw weer in handen van het verenigde Deens-Noorse koninkrijk en werd opnieuw begonnen met het koloniseren van Groenland. In 1814 werd de unie tussen Noorwegen en Denemarken opgeheven. Noorwegen werd deel van Zweden en Denemarken kreeg zeggenschap over Groenland. In 1931 heeft Noorwegen nog geprobeerd Groenland terug te krijgen door een bezettingsmacht aan land te zetten, maar het internationale gerechtshof bepaalde in 1931 dat de Noorse claims op Groenland ongegrond waren.

In 1946 probeerden de VS Groenland te kopen voor honderd miljoen dollar. De Deense regering had daar geen oren naar. In 1953 eindigde de status van kolonie voor Groenland en kregen de bewoners Deens staatsburgerschap. Er werd een actieve politiek  van assimilatie ingezet. Deens werd de officiële taal, Groenlandse kinderen werden (vaak gedwongen) naar Denemarken gestuurd om ze de Deense cultuur te leren en de Groenlandse cultuur te vergeten. Deze zwarte bladzijde in de Deense geschiedenis wordt over het algemeen volkomen genegeerd in Denemarken.

In 1979 kreeg Groenland zelfbestuur en sinds 1985 is het samen met de Færøer deel van het Deense gemenebest. In 2009 verkreeg Groenland vergaande zelfstandigheid, werd het Groenlands de officiële taal en werden de Groenlanders erkend als een apart volk. De bedoeling is dat Groenland na verloop van tijd volkomen zelfstandig wordt.

Denen kennen Groenlanders op dit moment vooral als de stereotype alcoholisten. Ik heb herhaaldelijk de term “grønlænderfuld” gehoord. Wat zoveel wil zeggen “Zo zat als een Groenlander”. En inderdaad zijn Groenlanders behoorlijk vertegenwoordigd in de statistieken als het gaat om alcoholisme en verslavingen. Hoewel er veel Groenlanders met een alcoholverslaving zijn, klopt het vooroordeel dat Groenlanders meer drinken dan Denen niet. Volgens de statistieken drinken Groenlanders gemiddeld 9,79 liter alcohol per jaar, Denen drinken 9,4 liter per jaar. Een minimaal verschil dus.

In mijn eerste jaar als portør had ik het genoegen voor het eerst een Groenlandse patient van de ene afdeling naar een andere te rijden. Toen ik me meldde, zuchtte de verpleegster hartgrondig “veel plezier…..”. Bij binnenkomst op de kamer lag er een op de verpleegsters mopperende Groenlandse in bed. Toen ik de afdeling met haar verliet verkondigde ze met een boosaardig genoegen dat ze alle blanke mensen haatte. Dat alle blanke mensen slecht waren en alleen maar uit waren op zoveel mogelijk geld en bezittingen. 

Voorzichtig wierp ik tegen dat dat misschien iets te generaliserend was. Dat er toch ook goede blanke mensen waren die het beste met anderen voor hadden. Waarna ik haar levensverhaal kreeg te horen. Uit haar familie weggerukt, naar Denemarken gestuurd om een echt Deens meisje te worden, Deens te leren en haar cultuur te vergeten. “Maar ik heb altijd geweigerd mijn wortels te vergeten, ik spreek nog steeds mijn moedertaal” zei ze met een grimmige voldoening.

Uiteindelijk scheidden onze wegen zich toch nog vrij positief. Ze gaf me gelijk dat misschien niet alle blanken zo slecht waren als ze in eerste instantie zei. En ze was blij met onze onderhoudende discussie. Dat gaf me een de ene kant een goed gevoel, dat ik een negatieve stemming heb kunnen omzetten in een positieve, maar aan de andere kant opende het wel mijn ogen. Het was de eerste keer dat ik geconfronteerd werd met het Deens-Groenlandse verleden, en vooral de negatieve gevolgen daar van.

Onder mijn collega’s wordt er nauwelijks over Groenlanders gespreken, en als het al gebeurt is het in negatieve stereotypen. De rol die Denemarken heeft gespeeld is niet of nauwelijks bekend. Of wordt niet interessant geacht. Anders dan “dat was vroeger”. Slechts een enkele collega heeft erkend dat Denemarken niet zo’n fraaie rol heeft gespeeld en dat veel van de huidige problemen van Groenlanders samenhangen met de Deense politiek van assimilering.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.