donderdag 5 mei 2016

Geurtjes



Werken in een ziekenhuis betekent behalve een zeer divers palet aan mensen en persoonlijkheden, ook een fraai en zeer divers geurenpalet. Van hemels tot hels en alles wat er tussen in ligt. Ik zal proberen eens wat geurtjes te beschrijven, maar eigenlijk moet je het zelf ruiken om te beseffen waar ik over praat.

Poep

Ik heb twee kinderen. En daardoor een ruime ervaring met poep in alle soorten en maten. Van de uitermate gecomprimeerde keutels die de zeer fijn afgestemde stofwisseling van Yelena opleverde, tot de vloeibare substantie die Alex onder luid intern gegorgel liet stromen als hij zich weer laveloos had gedronken aan de moedermelk.
Een ziekenhuis, en dan met name de intensive care, biedt een zo mogelijk nog breder spectrum. Vooral dankzij de sondevoeding die de patiënten krijgen. De geur die dat oplevert is uniek zal ik maar zeggen. Adembenemend. Maar ook ontlasting die vooral uit bloed bestaat heeft zijn typische zoetige, soms metalige geur. Of wat er aan ontlasting in een stoma komt, dat is op zijn zachtst gezegd ook vrij geurvol. Vaak ruik je het niet, maar als er ook een overdaad aan gas bij komt, dan moet er soms ontlucht worden. Het is me een keer gebeurd dat er een stoma ontlucht werd vlak voor ik een kamer op kwam. Ik heb toen even een stapje terug gedaan om mijn neus de kans te geven zich te herstellen van die olfactorische opdonder…
Het gebeurt vaak dat bij een patiënt die al een tijdje op zijn rug heeft gelegen en daarna op de zij komt te liggen, het darmproces in een versnelling komt. Dan is de verpleegster net klaar met verschonen en loopt de patiënt opnieuw leeg. En dan is het zaak dat je niet in de schutslinie staat.
Je krijgt er al snel een neus voor om te merken dat een patiënt behoefte heeft aan verschoning. Soms zelfs al voor de verpleegster het ruikt. Dan kom je op een kamer en terwijl je overlegt met de verpleegster wat er moet gebeuren, ruik je al vaaglijk iets. Als de verpleegster in de voorbereiding niets zegt over een eventuele verschoning, vraag je voor de zekerheid maar of ze ook nog even wil controleren of er ontlasting is. En in 9 van de 10 gevallen is het dan ook bingo…

Lichaamsgeuren

Zweet. Heel veel zweet. Het is opvallend zo slecht als de persoonlijke hygiëne van sommige mensen is. Vaak zijn het ouderen die zich in meer of mindere mate verwaarlozen op dat vlak. Op de afdelingen zelf worden ze vrijwel dagelijks gewassen, maar als ze net van thuis komen dan kan het soms wel even slikken zijn als je zo iemand van brancard naar bed moet verplaatsen. Omdat wij de bedden duwen aan het voeteneind als we rijden met patiënten, bevinden de voeten zich vrijwel direct onder de neus. Need I say more?
Toegegeven, als je meer dan 150 of 200 kilo weegt, dan kan het lastig zijn om je overal even goed schoon te maken. Maar de geuren die opstijgen als een verpleegster een huidplooi optilt om daar tussen schoon te maken, dat is onprettig. Dan snap je opeens de trip die Stimpy maakte toen hij teveel met zijn eigen navel speelde… (https://www.youtube.com/watch?v=z9QcDkRWOpE) En aangezien zo iemand echt omvangrijk is, zit je er letterlijk met je neus boven op…
Alcoholisten zijn het ergst op dat vlak. Logisch op zich, maar toch. Die zijn echt te vies om zonder handschoenen aan te pakken. Als er eentje is binnengebracht na om het even wat voor ongeval, dan ligt er doorgaans een stinkend, dronken, huilend iemand op een brancard, bedekt in bloed en viezigheid. Treurigheid ten top eigenlijk. Dus dan is het even de tanden op elkaar, handschoenen aan en indien nodig na afloop even een nieuw uniform halen.

Eten

Is het dan alleen maar kommer en kwel op geurgebied? Nou, nee, niet alleen maar. Rond etenstijd ruikt het heerlijk in het ziekenhuis, het eten ziet er lekker uit en smaakt (proefondervindelijk vastgesteld) ook uitstekend. Een deel van ons werk als portør is ook het afleveren van de diverse warmhoudwagens met eten op de diverse afdelingen en de geurtjes die daar uit komen doen iedereen, portørs en bezoekenden, altijd watertanden. Als het eten op de afdelingen staat uitgestald (patiënten halen zelf, tenzij bedlegerig) is het altijd even genieten van al het lekkers dat te zien en te ruiken is. Maar voor ons portørs geldt: alleen maar kijken. Eventjes een hapje meesnoepen mag niet, de hoeveelheden zijn aardig afgepast. En wat over is moet terug naar de keuken. Officieel kan het zelfs een ontslaggrond zijn, als je wat van dat eten snaait. Dus dan maar naar de centrale om daar mijn eigen bammetjes te nuttigen. Want de kantine is helaas vrij prijzig. Overigens ruikt het in de portørcentrale ook altijd erg lekker rond etenstijd. Want ja, Denen houden van veel en lekker eten.

Mortuarium

Het mortuarium heeft ook zijn eigen geur. Een beetje een zoetig, wee geurtje. Niet echt vies, maar ergens in je hersenen gaat een signaal af dat het niet helemaal ruikt zoals het hoort. Ik heb het een collega horen omschrijven als de geur van gebak. Of kaas. Ik heb maar niet gevraagd wat voor bakker die collega heeft. Of dat die bakker zijn bakwerk bakt in een crematoriumoven…
Mensen die dood in hun huis gevonden worden, worden afgeleverd bij het mortuarium. Overdag worden deze in ontvangst genomen door de medewerkers daar. ’s Avonds doen de portørs dat. Ik heb dat tot nu toe een paar keer mee gemaakt. Doorgaans is er weinig aan de hand, maar als iemand langere tijd dood in huis heeft gelegen, dan wordt het wat anders.
De eerste keer dat me dat overkwam was de overledene goed ingepakt in plastic. Er was wal iets te ruiken, maar dat de dood al langere tijd geleden was ingetreden was toch vooral af te leiden uit de flexibiliteit van het lichaam. Recent echter kreeg mijn neus echter iets meer te verwerken.
Aan het begin van een nachtwacht werd er opnieuw iemand afgeleverd. De ambulancebemanning stapte uit en gebaarde dat we het beste even een stapje achteruit konden doen. Ze deden de achterklep open en al na een seconde snapte ik waarom ook zij even opzij gingen staan. Adembenemend. Terwijl de ambulance stond te luchten vertelden ze dat het een man was die thuis was gevonden. Na een week of twee dood op zijn toilet gezeten te hebben. Met de vloerverwarming lekker hoog. De ambulancemedewerkers moesten een deel van het toilet uitbreken om hem te kunnen ‘bevrijden’. De arts die de overledene moest identificeren werd onpasselijk. En inderdaad, hoewel het lichaam was ingepakt in lakens en plastic was de geur overweldigend.
Een week later lag de overledene nog steeds in het mortuarium. Hoewel in de koeling, in een redelijk afgesloten deel van het mortuarium, begon de gang van ziekenhuis naar mortuarium ook steeds nadrukkelijker te ruiken. En op dat moment waren er nog geen nabestaanden achterhaald die het lichaam konden ophalen. Dus tot die tijd zal het nog wel even nadrukkelijk geuren daar…

maandag 2 mei 2016

Dating II



”En, hoe vond je het?” vroeg ik haar terwijl ik overeind kwam. Ze keek naar me op en zei met een lichte twijfel: “Nou.. ja… Het was interessant. Leuk. Ik had alleen het idee dat de barman wel erg naar ons stond te kijken….”

Ja, daar had ze zeker een punt. Hoewel ik haar meteen geruststelde dat dat vast niet het geval was, wist ik helaas maar al te goed dat ze gelijk had. Namelijk bij binnenkomst in het etablissement gaf de waard mij reeds een grote grijns der herkenning. Misschien toch maar weer een andere locatie uit gaan zoeken voor koffie-dates.

Voor al diegenen die nu watertandend hopen te beginnen aan een verhaal vol liederlijkheden en vunzigheid waarmee ik mijn schaarse vrije tijd (en andere zaken, bwahahahaha!) vul deze dagen: sorry, u komt bedrogen uit. Voor dit soort literatuur verwijs ik graag naar boekwerken als “Ik en mijn broer”, “vijftig tinten grijs” of de verzamelde werken van J. Wolkers. Geen scorelijst met wie ik tussen de lakens ben beland.

Dating deel twee dus. Het is ongeveer een jaar geleden sinds ik er voor het laatst iets over schreef en ik zit er nu midden in. Geroutineerd gebruik ik de ene app op mijn telefoon na de andere. Ik switch van Tinder naar Happn naar Badoo. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat eigenlijk alleen Tinder nog wel eens concreet resultaat in de vorm van dates oplevert, maar op een deel van de apps kan ik ook terug zien welke verpleegsters er single zijn. Verpleegsters zijn leuk om naar te kijken, het is soms net een snoepwinkel. Overigens geweldig dat iedereen een pasje met zijn/haar naam draagt. Bij een interessant persoon altijd even de naam onthouden en in de pauze checken op Facebook…

Een week of wat geleden was ik met een collega op ronde geweest op de intensive care. Toen we bij de lift stonden te wachten werd er een groep verpleegsters rondgeleid. Eentje was wel erg aantrekkelijk en met haar had ik ook enig oogcontact. Nouja, enig... Mijn collega zegt opeens “Zo, Eelco, nu je mond weer dicht als je naar die blonde kijkt…” en natuurlijk kwam er juist op dat moment nog een andere collega langs. “Eelco is verliefd…” lachte de collega die me betrapte. De tweede kijkt even naar het groepje en zegt “Ah, die blonde zeker….” Ik heb haar helaas niet meer terug gezien.

Verbazingwekkend genoeg kennen mijn dates een bovengemiddeld internationaal karakter. Er zijn maar weinig Deense dames die een date met mij aandurven blijkbaar. Er zijn er wel een paar geweest, maar ik kan onderhand ook al een aantal interessante nationaliteiten afstrepen. Thais, Filippijns, Argentijns, Frans, Grieks… Maar degene die de benen onder mij wegveegt, zoals hier de uitdrukking luidt, ben ik helaas nog niet tegen gekomen.

Wel een ruime variëteit aan types. Ik heb iemand tijdens een date laten uithuilen op mijn schouder omdat ze haar familie en vrienden in haar thuisland zo vreselijk miste. Haar maniakale opgewektheid werd even later verklaard door haar bekentenis dat ze al een paar biertjes op had die middag. Dan was er die ene die wilde weten of ik het erg zou vinden als ze er naast mij nog enkele andere partners op na zou houden. Mijn antwoord dat ik serieel monogaam ben, verbaasde haar hooglijk. Degene die alleen maar over haar ex praatte, hoezeer ze hem haatte en hoe graag ze hem terug wilde, heb ik vriendelijk afgewimpeld toen ze een vervolgdate voorstelde…

Nu ga ik er van uit dat ik in geval van een nieuwe relatie ook een of twee ‘bonuskinderen’ meekrijg in het pakket. Maar zodra een van mijn schaarse Deense dates begon te vertellen over haar dyslectische ADHD-dochter met gluten-allergie, had ik wel even de neiging om onder het mom van ‘even naar het toilet’ door de keuken het pand te verlaten… Dames zonder kinderen maar met een kinderwens date ik dan weer niet, nu sta ik op het standpunt dat twee kinderen genoeg is. Maar ik wacht nog wel even met een zekere ingreep. Je weet immers maar nooit wie of wat de toekomst brengt.

Een date heeft niet geresulteerd in iets relationeels, maar wel in het begin van een vriendschap. Wederom een buitenlandse dame, zeer kunstzinnig en een zeer intelligente (zij het wat verknipte) gesprekspartner. Maar dat verknipte is misschien inherent aan het kunstenaarschap. De vraag is hoelang zij nog in Aalborg woont, immers is dit toch een beetje prutjepolder in Denemarken. Een lonkende doorbraak als kunstenaar is toch beter te bereiken in de grootstad Kopenhagen. Maar tot die tijd zullen we ons zonder twijfel vermaken met kunst en cultuur.

Dus, geen sappige en spannende details. Het enige spannende wat ik kan melden is dat ik wel iemand ben tegen gekomen (buiten het datingwereldje) die ik heel erg leuk vind. En het is niet de kunstenares. Ik ga vanwege herkenbaarheid verder helemaal niks zeggen. Zie het maar als goedmakertje voor het schrijnende gebrek aan copulatieve details. Het klikt erg goed en we kunnen het prima met elkaar vinden. Maar  tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, zoals we in goed Nederlands zeggen. Niet dat het onwettig is maar er zijn wel enige hindernissen. Het zou leuk zijn als die mettertijd overwonnen kunnen worden, maar tot die tijd vermaak ik mij in het wondere wereldje dat dating heet.