vrijdag 27 december 2013

Het leven in Denemarken (2)



Zoals uit eerdere mails misschien een beetje doorschemerde, houden Denen van veel. Op alle vlakken.

Nu is ons referentiekader op dit moment nog een beetje beperkt, maar toch. Het eten laat ik voor nu buiten beschouwing. De afgelopen mails hebben volgens mij duidelijk iets laten zien van de Denen en hun houding ten opzichte van eten...

Maar dan het drinken... In mijn wilde jaren heb ik gerust gedronken. Een enkele keer veel. Soms heel veel. Maar het is maar een keer gebeurd dat ik zoveel dronk dat ik het vertrektijdenbord van de Praagse nachttram niet meer kon lezen (wat wil je, een halve liter bier kostte 70 eurocent...) en maar een taxi terug naar het hotel heb genomen. Maar hier... Drinken gebeurt niet met mate. Wijn wordt niet met slokjes gedronken over een langere periode maar gewoon met stevige slokken. Bier en sterke drank gaan net zo snel, bier misschien nog sneller. Denen worden dus, zelfs in vergelijking met de Nederlandse jeugd, ver-schrik-ke-lijk dronken. En dan kan het gebeuren dat je in de reality-serie Paradise Hotel dronken jongens en meisjes op de vreemdste plekken ziet gaan liggen en daar ook gewoon in slaap vallen. Op de grond naast bed. In een hoekje van het balkon.
Kinderen krijgen het voorbeeld 'drank = gezellig' al met de paplepel ingeramd. Op feesten en partijen zijn kinderen ook gewoon aanwezig. Omdat ouders het te druk met zingen, eten en drinken hebben, scharrelen de kinderen hier gewoon tussendoor. Als ze moe worden, gaan ze even lekker ergens liggen (feestzaal of niet) en tussendoor wat eten. Onze Deense lerares Margrete vertelde dit al. Toen we dat hoorden, begonnen Pauline en ik toch wat bezorgd te worden. Wij zijn zelf erg matig met drank en wij waren van plan dat ook aan Alex en Yelena door te geven. Maar als die hier Deense vriendjes en vriendinnetjes krijgen... Ik ben heel hard bezig visioenen te blokkeren waarin ik op een zondagmorgen naar de keuken loop en ik Alex slapend in de gang aantref naast het schoenenrek met een schoen half uitgetrokken. Op de mat voor de (nog opstaande deur) ligt een plak braaksel waarin duidelijk de rudimenten van een midnightkebab van kebabzaak Kebabistan aan de Vesterbro herkenbaar is... En aan Yelena wil ik al helemaal niet denken... Nachtmerries van een halver liters wegtikkend meisje dat met succes de ene na de andere bezopen viking verleidt... Daarvan word ik badend in het zweet wakker terwijl ik paniekerig schreeuw: waar koop je tegenwoordig een solide kuisheidsgordel??
.
Tatoeages. Ook zo iets waar ze hier gek op zijn. Maar dan ook echt. De tattoo-dichtheid is hier bizar. De mensen zonder tatoeage zijn hier bijna de uitzondering. Armen, benen, bovenlijf, alles wordt versierd. En ik heb veel gezien, maar toen tot me doordrong dat de man naast me op het perron een enorme tatoeage op zijn adamsappel had staan, toen was zelfs ik even in stilte verbijsterd. Ik weet nog goed dat ik verbijsterd was toen de jongeren van 'Oh Oh Cherso' via een 'talentenjacht' een nieuwe aanvulling op hun vriendenclubje zocht. Een van die mensen liet het logo van Oh Oh Cherso op zijn schouder tatoeren. Deze gek liet dit tatoeren: http://www.seoghoer.dk/Nyheder/FilmOgTv/Flotte%20Fyr%20ny%20tush.aspx Den Glaede Viking (de vrolijke viking) is de thuisbasis van feestende Deense jongeren aan de Zwarte Zeekust in Bulgarije (Yelena kan het bij voorbaat al vergeten...), en die serie plaatjes staat in hun ´mieterse dancing´op de muur. Hij wordt 'flotte fyr' (knappe kerel) genoemd. Ik zie dat niet zo. (Overigens, Oh Oh Cherso is BRAAF en SAAI vergeleken bij een programma genaamd 'Paradise Hotel', maar dat komt in een latere mail) Ik heb zelf jaren rondgelopen met het idee een tatoeage te nemen (eigen ontwerp) en net nu ik dacht dat 't er toch nooit van zou komen, loop ik opeens tussen een overgetatoeerd volk... Dus wie weet.
Roken. Het mag hier nergens. Maar het gebeurt overal. Bij een kantoor om de hoek staat een bord voor de deur. `Alleen roken aan de achterzijde van het pand´. En wat doen Denen dan? Juist, die steken gewoon lekker een peuk op terwijl ze tegen dat bord aan leunen... Op het station liggen tussen de perronwanden en de rails enorme bergen peuken. Bij alle in/uitgangen van kantoren, winkels, hotels, soms ook huizenblokken wordt gerookt. In ons vorige appartementenblok mocht ook niet gerookt worden. Daar stond bij de voordeur een enorme bloempot die als asbak fungeerde. En over asbak gesproken, hare koninklijke hoogheid schijnt de bijnaam 'koningin Asbak' te dragen. Wederom zag onze onvolprezen docent Margrete zich geroepen het verhaal te vertellen dat H.M. gewoon overal een peuk op steekt en dat er altijd lakei met asbak in haar buurt is. Jaaaaa, wij Denen zijn zo vreselijk egalitair met z'n allen....

Kinderen. Denen zijn gek op kinderen. En dat is een rare gewaardwording als Nederlander. Ik heb me de eerste maanden dat ik hier met de kinderen rond liep afgevraagd of alle Denen nou pedofiel zijn of dat ze kinderen gewoon leuk vinden. Uiteindelijk ben ik maar tot de conclusie gekomen dat het laatste het geval is. Hoewel, het kan natuurlijk geen toeval zijn dat elk Deens huis een souterrain heeft met berghokken waar volwassenen in elk geval niet rechtop kunnen staan...
"Kinderen zijn hinderen" is een bekend Nederlands spreekwoord en kinderen worden ook als hinderlijk gezien. In restaurants waar ouders hun (jonge) kinderen mee laten eten, zijn de boze blikken en het nadrukkelijke gezucht om al dat rumoer niet van de lucht. Hier niet. Hier zijn standaard overal stoelverkleiners aanwezig. En een speelhoek. Van kinderen wordt niet verwacht dat ze de hele maaltijd netjes stil op hun stoel blijven zitten. Af en toe even rennen is geen enkel probleem. De bediening heeft een extra zintuig om, terwijl met met armen vol warm eten, halve liters bier en kannen cola op bijna magische wijze aanvaringen weten te vermijden met kinderen die doen alsof ze Brownse-deeltjes zijn. (jaja, een beta-grapje door een alfa, gewaagd...)
Nog een leuke: stel je voor dat je naar de bank moet om een rekening te openen en je neemt je kinderen mee. Nog los van het feit dat je in Nederland wordt geholpen door een niet bijster geinteresseerde baliemedewerker, zal deze bankemployee bij het zien van de kinderen die je mee hebt een wenkbrauw omhoog trekken en met een diepe zucht vragen wat hij/zij voor je kan doen. Naar mate de kinderen zich nadrukkelijker profileren zal de bankmemployee naar ze kijken alsof het een stel smerige insecten is waar een dosis insectenspray wel bij zal helpen.
Hier niet. Hier ga je naar de bank, kun je op een touchscreen uit alle namen van mensen die er werken, degene kiezen met wie je een afspraak hebt. Daarna word je, met kinderen (en buggy) en al meegenomen naar een kantoor. Ouders krijgen koffie, kinderen een glaasje water, ze krijgen een chocolaatje aangeboden en worden even vriendelijk aangesproken. Naar mate de kinderen het gesprek een beetje storen, verschijnt er een glimlach om de mond van de bankmedewerker, die vervolgens een paar pennen uit het bureau pakt en deze met wat printerpapier aan de kinderen geeft. Zo kan het dus ook.
Om Freek de Jonge te citeren: Zo zou ik nog uren door kunnen gaan. Maar dat doe ik niet. Want ik schijn ook nog andere verantwoordelijkheden te hebben dan alleen luchtige schetsjes te maken van de Deense samenleving. Ik ga deze week eens proberen mijn onvolprezen zelfoverschatting en welbespraaktheid te gelde te maken bij nietsvermoedende Deense kranten en tijdschriften.

maandag 16 december 2013

Het leven in Denemarken (1)



Zo, tijd voor een nieuwe update van onze belevenissen in Denemarken.

De chauvinistische Denen mogen zich graag op de borst kloppen dat zij zo'n egalitair volkje zijn. Ze hebben er zelfs een begrip voor, de zogenaamde Janteloven. De wet van Jante, een fictief stadje uit een verhaal van de Deens-Noorse schrijver Aksel Sandemose. Deze wet komt op het volgende neer:
1. Je moet niet denken dat je wat bent.
2. Je moet niet denken dat je even veel bent als wij.
3. Je moet niet denken dat je slimmer bent dan wij.
4. Je moet je niet inbeelden dat je beter bent dan wij.
5. Je moet niet denken dat je meer weet dan wij.
6. Je moet niet denken dat je meer bent dan wij.
7. Je moet niet denken dat je deugt.
8. Je moet niet om ons lachen.
9. Je moet niet denken dat iemand om je geeft.
10.  Je moet niet denken dat je ons wat kunt leren.
In de praktijk komt het er op neer, dat eigenlijk niemand zijn hoofd boven het maaiveld uit wil/durft te steken. Behalve Mads Christensen, die bizar gekleurde sokken verkoopt onder het motto 'het leven is te goed voor saaie sokken'. Maar dat terzijde. Denen kopen massaal dure spullen. Als het kan een dure auto (en die zijn hier heeeeel duur), dure stereo, dure meubels (alles op krediet, of met geleend geld), maar al dat uiterlijk vertoon is dus niet bedoeld om anderen de ogen mee uit te steken. Want je moet immers niet denken dat je iets bent. Of dat je meer bent. Neehee, dat alles wordt gekocht om aan te geven: kijk eens hoe gezellig wij het hebben!
Nee, de Denen conformeren zich graag aan elkaar. Iedereen is immers gelijk. Tutoyeren is hier de norm. Iedereen tutoyeert elkaar en noemt elkaar bij de voornaam. De aanspreekvorm 'u' schijnt alleen voorbehouden te zijn aan de koningin. Op het gebied van salarissen ook zo. Er heeft hier een enorme nivellering plaats gevonden. Zo zeer dat Pauline, kijkend naar de Deense variant van 'Dubbeltje op z'n kant', constateert dat een alleenstaande moeder met een simpel baantje, kinderbijslagen, steun en nog een paar toelages, netto bijna net zoveel inkomen heeft als zij als specialist heeft... En zo leeft iedereen een gelijk leven waarbij iedereen gelijk is en gelijk gewaardeerd wordt.

Maar ondertussen.

Ondertussen hebben de Denen enthousiast het 40-jarig regeringsjubileum van Margarethe II gevierd. Als Nederlander ben je gewend wat minzaam naar de monarchie te kijken. Het is wel leuk en lintjes knippen moet ook gedaan worden. En als er dan eens een staatsbanket gehouden wordt, komen de mannen in avondkostuum en de dames in allerhande mooie jurken met hoeden. Dus dan denk je, zo met die Janteloven in je achterhoofd, zo zal het in Denemarken dan ook wel gaan.
Nou, nee dus. De media buitelen over elkaar heen in de berichtgeving over het jubileum. Interviews met hare majesteit. Met vrienden van hare majesteit. En met vrienden van vrienden van hare majesteit. Zo zit je op een avond tv te kijken en dan kom je langs het banket gezapt. En niks eenvoudige kleding, nee, iedereen komt hier opdraven in gala-uniform, onderscheidingen en ordes fier op de borst. De dragers van de Olifantenorde (de oudste Deense orde) het fierst van allemaal. En als dan alle gasten gezeten zijn, klinken de klaroenen en betreedt de koninklijke familie de zaal. Als die gezeten zijn klinken opnieuw de klaroenen en betreden de monarchen van Noorwegen en Zweden en de minister president van IJsland de zaal ((als ik het goed heb begrepen). Als die gezeteld zijn klinken de klaroenen ten derde male en dan betreden hare majesteit Margrethe (Margaretha) Alexandrine Þórhildur Ingrid en Henri de Laborde de Monpezat de zaal. Op dat punt aangekomen schreeuwde ik tegen de TV: Jajajaja, wij zijn de Denen met onze Janteloven! Wij zijn allemaal gelijk! Nou...." Op dat punt kwam Pauline met een verkoelend doekje voor ik in een anti-monarchistische monoloog van een uur zou verzanden.

Goed, dan weer de 'gewone' Denen. Kerst en de aanloop daar naar toe, geeft een mooi overzicht van de Deense gastronomie. Boerenkool kennen ze hier gelukkig. Gestampt door de aardappels met een stuk rookworst dan weer niet. Hier doen ze iets heel anders met boerenkool. Fijn snijden, koken in bouillon, daarna bakken in boter en tot slot smoren in room. Afhankelijk van de regio waar je woont kan er kaneel doorheen. Die kaneel ligt heel gevoelig. De een zweert erbij, de ander vindt het bijna godslasterlijk. Hoe dan ook, het is wel een erg, erg lekkere manier om boerenkool te bereiden!
Iets anders typisch Deens voor rond de kerst zijn de zogenaamde bruine aardappels. Bruin, omdat ze gecaramelliseerd zijn. Gekookte krieltjes worden door verwarmde suiker gehaald. En het lijkt een vreemde combi, aardappels en suiker, maar als je de achterliggende gedacht kent, dan werkt het wel. Het is namelijk een armeluisvariant op kastanjes. Rijken aten gepofte kastanjes, armen moesten zich behelpen met dit substituut. Maar het werkt wel. Als je met je ogen dicht een bruine aardappel eet, lijkt het opvallend veel op een echte kastanje.
Maar goed, bovenstaande zal de gemiddelde Deen allemaal voor kennisgeving aannemen. Het is namelijk maar groente. En daarom dus totaal niet interessant. Vlees. Dat is interessant. Hopen vlees. Klassiek bij een Deens kerst is een eend. Of eigenlijk: Eenden. Want Denen eten altijd met familie en vrienden. De eenden worden buiten, op de barbecue klaar gemaakt. Degene die de 'eer' heeft de eenden te bereiden, is tegen etenstijd klassiek dronken. Want barbecuen is een buitensport. En rond Kerst is het aardig koud buiten. En hou blijf je als Deen met Kerst warm? Juist. Door royale hoeveelheden wijn, bier, aquavit of welke sterke drank dan ook naar binnen te gieten. Ik stel me zo voor dat de eendenbarbecuer het na een tijdje wel voor gezien houdt, en wankelend weer naar binnen komt met maar deels gebraden eenden. Maar dat kan ik nog niet uit eigen ervaring vertellen.
En dan tot slot, de Deense krachttermen. We hebben tijdens onze Deense lessen wel een lijstje met veeelgebruikte scheldbegrippen gekregen, maar onze beschaafde docente bracht het in onze aanwezigheid niet verder dan 'for Søren' een soort 'verdikkie'. Pauline hoort haar collega's wel eens 'skidt med det' zeggen, wat zoveel wil zeggen als 'maakt niet uit' (letterlijk, schijt daarmee...). Op de Deense TV komen wel krachttermen voorbij, maar het is niet echt. De echte vuurdoop kreeg Eelco, toen de verhuurder van ons nieuwe appartement met een klusjesman langs kwam om een loszittende kraan op het aanrecht 'even' vast te zetten. De klusjesman lag in een moeilijke hoek half in een keukenkast gevouwen onder het aaanrecht te schroeven. Dat lukte niet helemaal en in eerste instantie zei hij nog vrij laconiek 'skidt med det'. Maar gaandeweg werd hij gefrustreerder. En dat uitte hij ook. Een grommend 'for fanden!' (fanden = de duivel)klonk onder het aanrecht vandaan. Ik pakte het lijstje krachttermen van onze docente er bij en ik kon deze mooi afstrepen. Gespannen wachtte op op de volgende. En ja hoor, daar kwam 'for helvede!' (helvede = de hel) voorbijgefrustreerd. Ik durfde het bijna niet te hopen (laat staan te vragen) maar ja hoor, toen de klusjesman een stroomstoot kreeg (het aanrecht staat onder spannning om de lichtjes er boven aan te doen, don't ask) ging er een schokje door hem heen en riep hij verbijsterd: 'FOR SATAN!' Tevreden kon ik deze Deense vloektopper ook afstrepen. Geen slechte oogst voor een avondje naar een klusjesman kijken. Er zijn nog leukere krachttermen, maar die verwacht ik niet op korte termijn in real life te horen... Ohja, de kraan zit weer vast.

zaterdag 16 november 2013

Welcome to the 'geheide hit' machine

Vrijdagavond trad de Deense Pink Floyd coverband Pink FLoyd Project op in Skråen in Aalborg. Een kleine, gezellige zaal in een groot theatercomplex in een oud industrieel gebouw.

De setlist zag er als volgt uit:

Obscured by clouds/When you're in (Obscured by Clouds)
See Emily play
Learning to fly (a momentary lapse of reason)
Dogs of war (a momentary lapse of reason)
The happiest days of our lives (The Wall)
Another brick in the wall pt II (The Wall)
Not now John (The final cut)
Time (Dark side of the moon)
The great gig in the sky (Dark side of the moon)
Fat old sun (Atom heart mother)
Sorrow (a momentary lapse of reason)
Hey you (The Wall)
Waiting for the worms (The Wall)
Shine on you crazy diamond (Wish you were here)
Money (Dark side of the moon)
Us and them (Dark side of the moon)
Brain damage/any colour you like (Dark side of the moon)
Eclipse (Dark side of the moon)
Wish you were here (Wish you were here)
Echoes (Meddle)
Comfortably numb (The Wall)
Run like hell (The Wall)

Eigenlijk een vrij voorspelbare standaardlijst die elke Pink Floyd coverband speelt, maar met een paar leuke verrassingen er tussen. Het begin met het ook zelden door Pink Floyd live gespeelde intronummer van de LP Obscured by clouds, smaakte in elk geval al naar meer. Een nummer dat lekker vet gespeeld werd als strakke binnenkomer. Toen daarna ook nog de eerste hit van Pink Floyd, See Emily play, gespeeld werd, had ik al een positief gevoel over het concert.

Maar Pink Floyd Project had nog een mooie verrassing in petto. Het 25 minuten durende Echoes. Ook het publiek liet merken positief verrast te zijn toen het de kenmerkende sonar *pling* aan het begin van het nummer hoorde. Echoes werd met passie en overgave gespeeld waarbij er ruim aandacht voor de toetsenisten en de gitaarsolo was. Hoewel ik het nummer kan dromen, werd er door Pink Floyd Project toch een eigen geluid aan gegeven. In positieve zin door de toetsenisten. En wat negatievere zin door het achtergrondzangeressen-virus. Maar ja, dat hoort nu eenmaal, want de heren Waters en Gilmour doen dat in het echie ook.

Sterk was het nummer Waiting for the Worms waarin de zanger, net als bij het origineel, door een megafoon de opzwepende teksten scandeerde die (in elk geval in de ogen van Roger Waters) de transformatie van popconcert maar fascistische bijeenkomst moest benadrukken.

De stem  van de zanger lijkt niet op die van Roger Waters of David Gilmour. Daardoor mis je in eerste instantie het echte Pink Floyd gevoel bij de muziek. Maar het geeft alles wel een meer eigen gevoel. Vooral bij rauwere nummers als Dogs of war (en zeker Not now John) excelleerde de zanger met een zeer overtuigende zang. Overtuigender zelfs dan die van David Gilmour die deze nummers origineel zong.

Ik noemde de voorspelbaarheid van de playlist al, en de coverbands die ik heb zien en horen spelen weken nauwelijks af van het gebaande pad van de grote hits zoals Roger Waters en Pink Floyd dat al een decennium of drie doen. En dat is jammer. Want een keer heb ik het genoegen gehad de coverband Anderson Council te zien en horen spelen. Een band die zich richtte op het vroege werk van Pink Floyd van voor Dark Side of the Moon. En juist die nummers tonen voor mij de creativiteit die Pink Floyd muzikaal had. En ook wacht ik nog met smart op een coverband die het aandurft om Atom heart mother integraal op te voeren. Inclusief orkest.

En het publiek? Dat genoot. En ook hier was voorspelbaarheid troef. Vooral mannen, de veertig ruim gepasseerd, in spijkerbroek en overhemd. Rustig meeknikkend met de muziek, kletsend met vrienden en rustig hun biertje drinkend. Halve liters, dat dan weer wel, want we zijn immers in Denemarken, nietwaar? Onvermijdelijk was dus ook dat een deel van het publiek na de pauze toch wat meer steun zocht bij elkaar of elke gene liet varen om wankele staaltjes van luchtgitaarsolo's ten beste te geven. Waarbij het gevaar van achterover vallen niet geheel denkbeeldig bleek...

Dus ja, voorspelbaar. Maar is dat erg? Nee. Feit is gewoon dat de muziek van Pink Floyd staat als een huis. Pink Floyd Project zette een stevig optreden neer dat een genot was om naar te luisteren.