donderdag 20 november 2014

Of ik even mee wilde komen...



Ik ben de opleiding journalistiek gaan volgen op aanraden van mijn docent geschiedenis. Mijn voorliefde voor schrijven zou me zo een grotere baangarantie opleveren dan een studie geschiedenis. Ik meldde me aan, kreeg een laag lotingnummer en na de zomervakantie van 1996 kon ik mijn opwachting maken in het pand aan de Ravellaan.

Mijn aanwezigheid op de SvJ is vrij onopvallend geweest. Ik doorliep het standaard curriculum, volgde de verplichte vakken, deed enkele boeiende keuzevakken (Rusland, wereldliteratuur met de onvolprezen Gijs Schreuders), volgde de Dagbladdiff, (ik heb nog steeds een weddenschap om een krat whisky met de zelfde Gijs Schreuders staan, trouwens), de specialisatie geschiedenis en liep stage bij Delta (TU Delft), het Utrechts Nieuwsblad en de Leeuwarder Courant.

Van december 1999 tot en met februari 2000 liep ik stage op een regioredactie van het Utrechts Nieuwsblad, redactie Zuid als ik het me goed herinner. In Houten. En het was heel anders dan mijn eerste stage bij universiteitskrant Delta van de TU Delft. Opeens moest ik helemaal zelfstandig gaan nieuwsjagen. Toen werd pijnlijk duidelijk dat ik geen nieuwsjager was.

Indertijd kende het UN een wisselcolumn. Medewerkers konden een column schrijven en aanleveren voor plaatsing. De mogelijkheid ook een column te schrijven greep ik vol enthousiasme aan. Ik heb verschillende stukjes geschreven, die ik allemaal retour kreeg met opmerkingen dat ik ervaring miste. Nou ja, prima. Niet geheel onterechte kritiek voor een 22-jarige. Maar met eentje was ik zelf dusdanig tevreden, dat ik toestemming vroeg (en kreeg) om deze op te sturen naar een kennis die stage liep bij De Journalist. 

In die column zette ik de vooroordelen die buitenstaanders hebben van journalisten af tegen de dagelijkse praktijk zoals ik die bij het UN mee maakte. Het beeld van de razende reporter, pen en papier in de aanslag en altijd op de juiste tijd op de juiste plek om het nieuws te verslaan, corrigeerde ik tot een verslaggever achter zijn computer, telefoon in de hand en veel loopjes naar de koffieautomaat. 

Mijn kennis was wel enthousiast en zorgde er voor dat mijn stukje opgenomen werd. Het verhaal leidde hij in met de woorden “Eelco Storm loopt stage op de redactie van het Utrechts Nieuwsblad.” En vermoedelijk juist die woorden maakten mijn stage tot een onvergetelijke ervaring…
De Journalist werd bezorgd op vrijdag of zaterdag. En wat was ik zenuwachtig, toen ik de maandag er op mijn opwachting weer maakte op de redactie. De eerste reactie was goed. “Ik zal harder gaan werken hoor!” lachte een collega me toe. Ik werd iets rustiger en durfde me te ontspannen achter mijn opstartende computer. Tot mijn eindredacteuren aangelopen kwamen. Met gezichten die helaas niets te raden over lieten. Of ik even mee wilde komen…

In een vergaderruimte werd mij vervolgens flink de mantel uitgeveegd. Hoe ik dit in mijn hoofd kon halen. Om de redactie van het UN op deze wijze te beschrijven. Dat mijn column zelfs onderwerp van gesprek op de hoofdredactie was. Dat er nog nagedacht werd of ik excuses zou moeten maken. Ik wist niet wat me overkwam. Indertijd stond ik nog aanzienlijk minder sterk in mijn schoenen dan nu, dus ik heb alles over me heen laten komen en nederig excuses gemaakt. Maar: het gebeurde zou niet meewegen in mijn beoordeling.

In mijn uiteindelijke stageverslag werd er uiteraard aan gerefereerd. Ik heb die stage niet gehaald. Terecht, overigens. Ik miste overduidelijk enkele eigenschappen die een goede regioverslaggever nodig heeft. Maar ondanks de bittere nasmaak die mijn stage bij het UN heeft achtergelaten, heb ik er wel iets geleerd. Dat ik geen nieuwsjager ben, maar dat ik de verdieping wil zoeken. Ik heb ook het schrijven vanuit details geleerd. Kleine dingen als uitgangspunt nemen voor een verhaal waarmee je de lezer kunt boeien.

Overigens openbaarde zich dit pas nadat ik mijn diploma in de wacht sleepte. Mijn echte geboorte als schrijver voor diverse media vond plaats toen ik (alsnog) geschiedenis ging studeren en mijn docenten mijn werkstukken prezen om hun leesbaarheid, in tegenstelling tot de saaie lappen tekst die ze doorgaans moesten beoordelen. Vanaf dat moment kreeg ik mijn oude liefde voor het schrijven weer terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten