1917 is een jaar waarin veel gebeurde. Het is het jaar
waarin de Communisten zeiden "hoezo langs democratische weg, wij plegen
gewoon een staatsgreep....", het jaar waarin tsaar Nicolaas II de macht overdroeg
aan zijn jongere broer Michael. Die op zijn beurt iets had van "ja, ik ben
gekke Henkie niet..." waarna het tsarentijdperk de facto ophield te
bestaan. 1917 is het jaar waarin de Amerikaanse doughboys zich vol enthousiasme
in de loopgravenoorlog stortten. De Fransen eisten nog wel het opperbevel over
de Amerikaanse troepen op, maar dat zagen ze toch echt verkeerd volgens de
Amerikanen. Het was het jaar waarin de Franse troepen tegen hun officiers
zeiden "zoek het lekker zelf uit, wij stoppen met vechten..." Het
Britse koningshuis besloot zich vanaf 1917 Windsor te noemen, in plaats van hun
eigenlijke naam 'von Saxe-Coburg und Gotha", een naam die na drie jaar
oorlog met Duitsland als ietwat besmet werd beschouwd. En de Finnen verklaarden
zich onafhankelijk van Rusland.
In dat jaar vol grootse gebeurtenissen, heeft Denemarken ook
een bescheiden rol gespeeld. Op 16 januari 1917 bereikten de Denen een
verkoopovereenkomst met de Verenigde Staten aangaande Deens West Indie, nu
bekend als de Maagdeneilanden in het Caribische gebied. Het was het laatste
restje Deens koloniaal verleden in het Caribische gebied en Azië.
Zoals veel landen in de 17e eeuw, zocht Denemarken ook naar
expansie in oost- en west Indische gebieden onder leiding van respectievelijk
de Deense Oost Indische compagnie en de Deense West Indische compagnie. De
laatste werd overigens mede opgericht door twee Nederlanders. Maar dat ter
zijde. In het Caribische gebied werd een aantal eilanden gekocht en veroverd
die later de Maagdeneilanden, alias Deens West Indië zouden vormen. In het
oosten bezaten de Denen enkele gebieden en eilanden aan de Indiase kust en enig
grondgebied aan de goudkust, tegenwoordig Ghana.
Deens West Indië leverde economisch aardig wat op. Niet
alleen vanwege de plantages, maar ook vanwege de slaven- en wapenhandel met Afrika.
Wapens werden in Afrika geruild voor slaven, die op de plantages suikerriet
moesten verbouwen, die (omgezet in suiker en rum) weer door de Denen verkocht
werden. Na de afschaffing van de slavernij in 1848 kelderde de omzet van de
plantages en leverden de eilanden nauwelijks nog geld op.
In de 19e eeuw gooide Denemarken de overzeese gebiedsdelen
in de uitverkoop. Er waren nauwelijks nog opbrengsten en sommige gebieden waren
volkomen verlaten. Allereerst werden tussen 1839 en 1868 de Deense gebiedsdelen
in India verkocht aan de Britten. De Deense gebieden aan de goudkust werden in
1850 ook verkocht aan het Verenigd Koninkrijk.
Gaandeweg werd Deens West Indië ook steeds minder
winstgevend en er werd herhaalde malen geprobeerd de eilanden te verkopen. De
Verenigde Staten en Duitsland hebben regelmatig een aanbod gekregen. Tijdens de
vredesbesprekingen na de voor Denemarken rampzalig verlopen oorlog van 1864,
probeerde men de eilanden te ruilen voor het door Duitsland bezette ex-Deense
Sleeswijk-Holstein. Maar tevergeefs. Ook een verkooppoging aan de VS in 1867
mislukte nadat de eilanden getroffen werden door een orkaan waarna de VS geen
interesse meer hadden. Ook een verkooppoging aan Groot Brittannië in 1896 en
Duitsland (1899) liep op niets uit. Pas in 1917 hapten de Amerikanen toe. Voor
25 miljoen dollar (tegenwoordig een slordige 465 miljoen dollar) wisselden de
eilanden van eigenaar.
Overigens ging die verkoop niet helemaal zonder slag of
stoot. Er was binnen Denemarken wel verzet tegen en in 1916 werd er daarom een
niet bindend referendum gehouden. Overigens het eerste in Denemarken waarbij
ook vrouwen mochten stemmen. De uitslag was duidelijk in de meerderheid voor
verkoop. 65% stemde voor, 35% tegen. De bewoners van Deens West Indië mochten
overigens niet stemmen.
Het Deens nationaal museum in Kopenhagen plande een
tentoonstelling rond het honderdjarig jubileum van de verkoop van de Deense
West Indische eilanden, maar in 2016 werd bekend gemaakt dat het museum daar
wegens bezuinigingsmaatregelen van af zag. Dit heeft tot veel ophef geleid
omdat veel Denen vinden dat daarmee het Deens koloniaal verleden weggestopt
wordt. Zoals bekend heeft Denemarken al weinig op met het terug zien op haar
koloniale verleden (zie mijn verhaal over Groenland) en het afblazen van deze
tentoonstelling werd dan ook gezien als een bevestiging daar van.
Als mini-tentoonstelling dan maar twee sluitzegels uit mijn collectie
die oproepen tegen de verkoop van Deens West Indie:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten