Omdat een zeker iemand vond dat ik vaker de week van me af
mocht schrijven, hierbij een verslagje van de afgelopen week. Want ook daar was
weer genoeg te beleven.
Dat begon al op de maandag, waar ik me om acht uur ’s ochtends
meldde in de centrale. Ik zat nog niet aan de koffie toen de wachtmeester al met
een smekende blik op me af kwam. Of ik niet een dagje afval wilde doen, in
plaats van een algemene wacht. Er was een foutje gemaakt, de roorstermaker had
voor deze week niemand ingepland voor de afvalverwerking.
En aangezien ik de dienstbaarheid zelve ben, zei ik
natuurlijk dat ik dat graag deed. Dus even mijn afvalhandschoenen uit mijn kledingkast
gehaald en naar de kelder. Normaal staan daar drie ‘segways’ (kleine
gemotoriseerde trekkers voor het slepen van de wagens waar afval op verzameld
wordt op de diverse afdelingen), maar nu bleken ze alle drie spoorloos. Na een
zoektocht van een half uur vond ik er eentje aan de andere kant van het
ziekenhuis. Zonder sleutel. Een tweede werd afgeleverd door de bezorger van het
linnengoed. De derde is nog steeds zoek….
Afval is een leuke onderbreking van het normale werk. Je
komt letterlijk op elke afdeling en je mag het verzamelde afval lekker in de
daarvoor bestemde comprimator dumpen. En er gaat toch iets zen-achtigs uit van
kijken naar grote hopen vuilniszakken die worden samengeperst in een container.
Ik heb zelfs een collega horen bekennen dat hij daar wel eens gestaan heeft en
mijmerde hoe een menselijk lichaam dat geweld zou ondergaan. Ik ga sindsdien
met een ruime boog om hem heen als hij afvaldienst heeft…..
Na een tweede afval dag op dinsdag, was het op de woensdag
weer tijd voor een praktijkdag in het kader van mijn opleiding. Ditmaal de
hartafdeling. Drie dagen meelopen en kennis en ervaring opdoen rond de
behandeling van hartpatiënten.
De eerste dag was op de poliklinische afdeling, waar patiënten
’s ochtends binnen komen, in de loop van de dag een onderzoek ondergaan en aan
het eind van de dag weer naar huis gaan. Als bij dat onderzoek tenminste geen
rare dingen worden gevonden. Gebeurt dat wel, dan wordt de patiënt opgenomen en
gaat naar de hartafdeling. Ik heb twee onderzoeken bijgewoond. Een echografie
van het hart en een onderzoek van de kransslagader (hartkatheterisatie). Ik zit
daar bijna met open mond naar te kijken. De echografie geeft een mooi beeld van
de diverse hartkamers, hartkleppen en hoe prachtig dat werkt. Bij een hartkatheterisatie
wordt een katheter ingebracht via de rechter arm of de lies waarna de
kransslagader gecontroleerd wordt op vernauwingen. Via een ct-scan krijg je dan
een schitterend beeld van de aders die over het hart lopen. Wel een loodjas aan
tegen de straling…
De andere twee dagen liep ik mee met het verplegend
personeel op de afdeling zelf. Alwaar ik door een verpleegster ontvangen werd
met de woorden “Ah, daar hebben we Zweed die geen Zweed is!”. Zij herinnerde zich
mij omdat we een jaar geleden een keer samenwerkten waarbij ze dacht dat ik een
Zweed was en ik haar corrigeerde. Sowieso is het grappig om te merken hoezeer
het personeel me ondertussen al kent. Natuurlijk van gezicht omdat ik
regelmatig op de diverse afdelingen ben, maar ook als “de Nederlander”.
Omdat ik geen verpleger ben, kon ik natuurlijk niet
zelfstandig werken, maar helpen met verschonen, bedden opmaken, eten ronddelen
en hand en spandiensten verrichten kon ik wel. Zo zat ik donderdagmorgen een
bijna honderdjarige te helpen zijn ochtendpap te eten. Gevolgd door het op de wc
helpen van een patiënt met enorm overgewicht.
Er zijn vierpersoonskamers en eenpersoons. Het toeval wilde
dat er net die dag een lokale beroemdheid was opgenomen. Hij lag op een
vierpersoonskamer. Nu hebben wij als personeel zwijgplicht. Wie het was en
waarom deze persoon is opgenomen, daar mogen wij niks over zeggen. Maar patiënten
hebben geen zwijgplicht. Dus zat een andere patiënt vrolijk te bellen met zijn
familie om te vertellen wie er bij hem op de kamer lag… Die avond werd er al
naar de afdeling gebeld door een nieuwsgierige journalist. Tot diens genoegen
kreeg de bekende patiënt de volgende dag een eenpersoonskamer.
Op een andere kamer lag een oudere man met een hele reeks complicaties.
Hoewel het personeel onverminderd positief bleef, zag je aan alles aan hem dat
hij het opgegeven had. Zijn levensvonk was weg. Na twee jaar portørschap herken
ik de tekenen wel. Het is echt alsof er iets gedoofd is in de ogen, lusteloos, ongeïnteresseerd
en alleen nog bezig met het voorbereiden van de uitvaart. Zo iemand heeft geen
zin meer en wacht alleen nog op het einde.
Ik heb nog geassisteerd in het zuurstoftherapie, waarbij met
een zuurstofmasker geprobeerd wordt het zuurstofgehalte van het bloed wat op te
krikken. Het zuurstofgehalte wordt afgelezen door een apparaatje dat je om een
vinger klemt. Dat kostte in dit geval nog aardig wat moeite omdat de vingers
slecht doorbloed waren (koud). Uiteindelijk sliep deze patiënt donderdagavond
stilletjes in.
Een van de dingen die ik volgens mijn opleidingsschema moest
leren was de behandeling van een patiënt tijdens een hartstilstand. Beademing,
medicatie, gebruik apparatuur. En dan loop je met een heel dubbel gevoel rond
op die afdeling. Je weet dat de kans groot is dat iemand daar aan hartaanval
krijgt. Aan de ene kant hoop je dat het gebeurt als je op de afdeling bent, aan
de andere kant weet je dondersgoed dat het op zijn zachtst gezegd niet netjes
is om te hopen dat iemand een hartaanval krijgt. Op de dagen dat ik er was
gebeurde er niets. In mijn verslag schreef ik dan ook: “Mbt tot de dingen die
ik moest leren in geval van een hartstilstand zijn deze punten mondeling
doorgenomen omdat helaas/gelukkig niemand een hartstilstand kreeg”.
Over een maandje zit mijn opleiding er op. Voor mijn
praktijkexamen loop ik nog mee op vier afdelingen: de bestralingsafdeling, twee
andere intensieve afdelingen en de apoplexie afdeling (bloedprop of bloeding in
de hersenen). Na mijn examen tenslotte volgt er een korte aanvullende cursus
waarna ik twee dagen mee mag lopen op de psychiatrische afdeling. Dus
vermoedelijk vast nog wat stof voor een volgend stukje waarin ik opnieuw de
week van me afschrijf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten