maandag 16 december 2013

Het leven in Denemarken (1)



Zo, tijd voor een nieuwe update van onze belevenissen in Denemarken.

De chauvinistische Denen mogen zich graag op de borst kloppen dat zij zo'n egalitair volkje zijn. Ze hebben er zelfs een begrip voor, de zogenaamde Janteloven. De wet van Jante, een fictief stadje uit een verhaal van de Deens-Noorse schrijver Aksel Sandemose. Deze wet komt op het volgende neer:
1. Je moet niet denken dat je wat bent.
2. Je moet niet denken dat je even veel bent als wij.
3. Je moet niet denken dat je slimmer bent dan wij.
4. Je moet je niet inbeelden dat je beter bent dan wij.
5. Je moet niet denken dat je meer weet dan wij.
6. Je moet niet denken dat je meer bent dan wij.
7. Je moet niet denken dat je deugt.
8. Je moet niet om ons lachen.
9. Je moet niet denken dat iemand om je geeft.
10.  Je moet niet denken dat je ons wat kunt leren.
In de praktijk komt het er op neer, dat eigenlijk niemand zijn hoofd boven het maaiveld uit wil/durft te steken. Behalve Mads Christensen, die bizar gekleurde sokken verkoopt onder het motto 'het leven is te goed voor saaie sokken'. Maar dat terzijde. Denen kopen massaal dure spullen. Als het kan een dure auto (en die zijn hier heeeeel duur), dure stereo, dure meubels (alles op krediet, of met geleend geld), maar al dat uiterlijk vertoon is dus niet bedoeld om anderen de ogen mee uit te steken. Want je moet immers niet denken dat je iets bent. Of dat je meer bent. Neehee, dat alles wordt gekocht om aan te geven: kijk eens hoe gezellig wij het hebben!
Nee, de Denen conformeren zich graag aan elkaar. Iedereen is immers gelijk. Tutoyeren is hier de norm. Iedereen tutoyeert elkaar en noemt elkaar bij de voornaam. De aanspreekvorm 'u' schijnt alleen voorbehouden te zijn aan de koningin. Op het gebied van salarissen ook zo. Er heeft hier een enorme nivellering plaats gevonden. Zo zeer dat Pauline, kijkend naar de Deense variant van 'Dubbeltje op z'n kant', constateert dat een alleenstaande moeder met een simpel baantje, kinderbijslagen, steun en nog een paar toelages, netto bijna net zoveel inkomen heeft als zij als specialist heeft... En zo leeft iedereen een gelijk leven waarbij iedereen gelijk is en gelijk gewaardeerd wordt.

Maar ondertussen.

Ondertussen hebben de Denen enthousiast het 40-jarig regeringsjubileum van Margarethe II gevierd. Als Nederlander ben je gewend wat minzaam naar de monarchie te kijken. Het is wel leuk en lintjes knippen moet ook gedaan worden. En als er dan eens een staatsbanket gehouden wordt, komen de mannen in avondkostuum en de dames in allerhande mooie jurken met hoeden. Dus dan denk je, zo met die Janteloven in je achterhoofd, zo zal het in Denemarken dan ook wel gaan.
Nou, nee dus. De media buitelen over elkaar heen in de berichtgeving over het jubileum. Interviews met hare majesteit. Met vrienden van hare majesteit. En met vrienden van vrienden van hare majesteit. Zo zit je op een avond tv te kijken en dan kom je langs het banket gezapt. En niks eenvoudige kleding, nee, iedereen komt hier opdraven in gala-uniform, onderscheidingen en ordes fier op de borst. De dragers van de Olifantenorde (de oudste Deense orde) het fierst van allemaal. En als dan alle gasten gezeten zijn, klinken de klaroenen en betreedt de koninklijke familie de zaal. Als die gezeten zijn klinken opnieuw de klaroenen en betreden de monarchen van Noorwegen en Zweden en de minister president van IJsland de zaal ((als ik het goed heb begrepen). Als die gezeteld zijn klinken de klaroenen ten derde male en dan betreden hare majesteit Margrethe (Margaretha) Alexandrine Þórhildur Ingrid en Henri de Laborde de Monpezat de zaal. Op dat punt aangekomen schreeuwde ik tegen de TV: Jajajaja, wij zijn de Denen met onze Janteloven! Wij zijn allemaal gelijk! Nou...." Op dat punt kwam Pauline met een verkoelend doekje voor ik in een anti-monarchistische monoloog van een uur zou verzanden.

Goed, dan weer de 'gewone' Denen. Kerst en de aanloop daar naar toe, geeft een mooi overzicht van de Deense gastronomie. Boerenkool kennen ze hier gelukkig. Gestampt door de aardappels met een stuk rookworst dan weer niet. Hier doen ze iets heel anders met boerenkool. Fijn snijden, koken in bouillon, daarna bakken in boter en tot slot smoren in room. Afhankelijk van de regio waar je woont kan er kaneel doorheen. Die kaneel ligt heel gevoelig. De een zweert erbij, de ander vindt het bijna godslasterlijk. Hoe dan ook, het is wel een erg, erg lekkere manier om boerenkool te bereiden!
Iets anders typisch Deens voor rond de kerst zijn de zogenaamde bruine aardappels. Bruin, omdat ze gecaramelliseerd zijn. Gekookte krieltjes worden door verwarmde suiker gehaald. En het lijkt een vreemde combi, aardappels en suiker, maar als je de achterliggende gedacht kent, dan werkt het wel. Het is namelijk een armeluisvariant op kastanjes. Rijken aten gepofte kastanjes, armen moesten zich behelpen met dit substituut. Maar het werkt wel. Als je met je ogen dicht een bruine aardappel eet, lijkt het opvallend veel op een echte kastanje.
Maar goed, bovenstaande zal de gemiddelde Deen allemaal voor kennisgeving aannemen. Het is namelijk maar groente. En daarom dus totaal niet interessant. Vlees. Dat is interessant. Hopen vlees. Klassiek bij een Deens kerst is een eend. Of eigenlijk: Eenden. Want Denen eten altijd met familie en vrienden. De eenden worden buiten, op de barbecue klaar gemaakt. Degene die de 'eer' heeft de eenden te bereiden, is tegen etenstijd klassiek dronken. Want barbecuen is een buitensport. En rond Kerst is het aardig koud buiten. En hou blijf je als Deen met Kerst warm? Juist. Door royale hoeveelheden wijn, bier, aquavit of welke sterke drank dan ook naar binnen te gieten. Ik stel me zo voor dat de eendenbarbecuer het na een tijdje wel voor gezien houdt, en wankelend weer naar binnen komt met maar deels gebraden eenden. Maar dat kan ik nog niet uit eigen ervaring vertellen.
En dan tot slot, de Deense krachttermen. We hebben tijdens onze Deense lessen wel een lijstje met veeelgebruikte scheldbegrippen gekregen, maar onze beschaafde docente bracht het in onze aanwezigheid niet verder dan 'for Søren' een soort 'verdikkie'. Pauline hoort haar collega's wel eens 'skidt med det' zeggen, wat zoveel wil zeggen als 'maakt niet uit' (letterlijk, schijt daarmee...). Op de Deense TV komen wel krachttermen voorbij, maar het is niet echt. De echte vuurdoop kreeg Eelco, toen de verhuurder van ons nieuwe appartement met een klusjesman langs kwam om een loszittende kraan op het aanrecht 'even' vast te zetten. De klusjesman lag in een moeilijke hoek half in een keukenkast gevouwen onder het aaanrecht te schroeven. Dat lukte niet helemaal en in eerste instantie zei hij nog vrij laconiek 'skidt med det'. Maar gaandeweg werd hij gefrustreerder. En dat uitte hij ook. Een grommend 'for fanden!' (fanden = de duivel)klonk onder het aanrecht vandaan. Ik pakte het lijstje krachttermen van onze docente er bij en ik kon deze mooi afstrepen. Gespannen wachtte op op de volgende. En ja hoor, daar kwam 'for helvede!' (helvede = de hel) voorbijgefrustreerd. Ik durfde het bijna niet te hopen (laat staan te vragen) maar ja hoor, toen de klusjesman een stroomstoot kreeg (het aanrecht staat onder spannning om de lichtjes er boven aan te doen, don't ask) ging er een schokje door hem heen en riep hij verbijsterd: 'FOR SATAN!' Tevreden kon ik deze Deense vloektopper ook afstrepen. Geen slechte oogst voor een avondje naar een klusjesman kijken. Er zijn nog leukere krachttermen, maar die verwacht ik niet op korte termijn in real life te horen... Ohja, de kraan zit weer vast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten