Mijn vier weken
cursus (waarover een volgende keer meer) zijn voorbij en zo begon vorige week
maandag mijn leven in het ziekenhuis weer. Na vier weken dagen van acht tot
drie, was het weer even wennen om stipt zeven uur ’s ochtends weer fris paraat
te staan. Om nog maar te zwijgen van de vier avondwachten. En de dagwacht
overwerk vanwege de drukte. Maar ik had er absoluut zin in. Het voelde in
zekere zin als thuiskomen. Dat heb ik nog nooit gehad op werkgebied.
Het ziekenhuis had er vermoedelijk ook zin in om mij weer aan het werk te zetten als portør. Ik heb opvallend veel ‘mindere’ dingen voor mijn kiezen gekregen in een week. Zo ongeveer de eerste patiënt die ik voor mijn kiezen kreeg, lag op een intensieve afdeling. De lakens moesten verschoond. Aangekomen op de kamer bleek ook onmiddellijk waarom. Het rook niet alleen overweldigend naar poep, in de woorden van de verpleegster lag de patiënt ook daadwerkelijk in een “meer van poep”. Ik zal de details verder besparen, maar de klus nam een uur in beslag en de boel droop aan alle kanten op de vloer.
Het ziekenhuis had er vermoedelijk ook zin in om mij weer aan het werk te zetten als portør. Ik heb opvallend veel ‘mindere’ dingen voor mijn kiezen gekregen in een week. Zo ongeveer de eerste patiënt die ik voor mijn kiezen kreeg, lag op een intensieve afdeling. De lakens moesten verschoond. Aangekomen op de kamer bleek ook onmiddellijk waarom. Het rook niet alleen overweldigend naar poep, in de woorden van de verpleegster lag de patiënt ook daadwerkelijk in een “meer van poep”. Ik zal de details verder besparen, maar de klus nam een uur in beslag en de boel droop aan alle kanten op de vloer.
Tijdens mijn avondwachten liep ik met de ‘stop pieper’. Op
een avondwacht hebben twee portørs een pieper voor ‘trauma’ (denk aan
verkeersongevallen) en twee hebben een pieper voor als er een hartstilstand is.
Uiteraard piepte die van mij net terwijl ik midden in een ronde op een
intensieve afdeling was. Meteen de boel de boel gelaten en de centrale gebeld. Iemand
met een hartstilstand werd met een ambulance naar de eerste hulp gebracht. Veel
konden mijn collega en ik niet doen, direct bij binnenkomst werd “Lucas” (de
automatische hartmasseur) er op gezet en werd de patiënt een operatiekamer
opgereden.
De volgende dag kwam het verzoek van een intensieve afdeling te helpen met het verplaatsen van een overleden patiënt van een intensive care bed naar een gewoon bed. Dat bleek de zelfde die de avond tevoren binnen was gebracht met een hartstilstand. Helaas niet gered dus. De verplaatsing was geen leuke klus, de lakens dropen van oud bloed. En voor de mensen die het niet weten: dat stinkt. Misselijkmakend wee. Het vocht dat uit de neus en mond van de patiënt liep bij het draaien, droeg niet echt bij aan een goed werkgevoel.
De volgende dag kwam het verzoek van een intensieve afdeling te helpen met het verplaatsen van een overleden patiënt van een intensive care bed naar een gewoon bed. Dat bleek de zelfde die de avond tevoren binnen was gebracht met een hartstilstand. Helaas niet gered dus. De verplaatsing was geen leuke klus, de lakens dropen van oud bloed. En voor de mensen die het niet weten: dat stinkt. Misselijkmakend wee. Het vocht dat uit de neus en mond van de patiënt liep bij het draaien, droeg niet echt bij aan een goed werkgevoel.
De uitsmijter kreeg ik vandaag voor mijn kiezen. Rond een
uur af half acht ’s morgens werd ik met een collega naar de eerste hulp
gestuurd. Er was zojuist een politieauto aangekomen met iemand achterin die op
een brancard gelegd moest worden. Vanwege last van rugpijn en een gebroken
voet. Mijn collega en iemand van de eerste hulp staken hun armen onder oksels
van de patiënt, ik tilde zijn benen voorzichtig op. Op de brancard gelegd en
naar binnen gereden. Waar bleek dat mijn handen onder het bloed zaten. Nouja,
afwassen en op naar de volgende klus.
Een uur later ratelde mijn PDA het ‘trauma’riedeltje, een
opgave die ik meteen kon boeken omdat ik in de buurt was. De traumapatient was
de zelfde als die ik uit de politieauto had geholpen. Terwijl hij gescand werd,
keek ik mee op het beeldscherm en ook mijn als leek was wel duidelijk dat beide
voeten verbrijzeld waren. Ook werd duidelijk waarom. Van een brug afgesprongen,
zes meter hoog. Met de bedoeling er een einde aan te maken. Maar dus niet hoog
genoeg.
De patiënt liet alles volkomen passief gebeuren, gaf
automatisch antwoord op de vragen van het personeel. Toen mijn collega en ik
hem zijn kamer hadden opgereden, sprak de arts nog even met hem. Wat de arts
zei, weet ik niet meer. Maar de verzuchting die de patiënt deed, zal ik niet
snel vergeten. “Ik had niet meer wakker moeten worden…” Een berustende zucht,
bijna een snik. En ik was volkomen sprakeloos.
Welkom terug op de werkvloer…
Ik neem mijn petje voor je af.
BeantwoordenVerwijderen